
In de studio met de Javaanse danser Sonja Bloem. Ze is in Arnhem geboren, uit ouders die beiden van gemengd bloed zijn. Sonja is inmiddels een mentor voor me geworden. Ik werk met haar sinds 1994 en we trainen samen sinds ik in 2010 weer zelf ben gaan dansen.
Sonja studeerde Javaanse dans in Nederland en op Java. Ze is blijven dansen en is nu vooral haar eigen meester. Ze beoefent de Javaanse dans dagelijks, op de muziek die in 1990 in Indonesië voor haar is opgenomen.
Nita: In de training schaduw en volg ik Sonja, terwijl zij danst als een wijze zus die me leidt, ik hoef alleen maar al mijn zintuigen open te zetten. Het kind in mij voelt zich veilig, mag op onderzoek. Het is een ontmoeting in beweging. Niet vanuit traditie, niet vanuit analyse. Onze beoefening - latihan - is een manier van voelen, kijken, ademen.
Sonja: De essentie is hoe je jezelf in beweging zet, ook als er geen andere dansers tegenover je staan.
Nita: Het werken met Sonja dwingt mij focus te maken, constructen te bedenken om bewegingen te maken.
Ik vraag me af wat mijn fundament is, wat er al in me zit. En hoe ik daar bij kan.
Sonja: Fundament heeft ook te maken met de verbindingen die je legt.
Nita: Ik neem van alles om me heen mee, weet vaak niet hoe ik dit met mezelf moet verbinden. In de flow van Sonja kan ik landen, in de creasi baru (nieuw werk) die ze in dat moment met mij maakt. Het is als terugkeren naar iets dat altijd al in mij zat.
Als ik zie hoe Sonja volledig put uit de Javaanse dans, verlang ik soms zelf naar zo’n enkelvoudige bron, één ding dat alles draagt. Ik zou mezelf willen kunnen trainen, met de bagage die ik bij me draag en daarmee mijn eigen meester worden.
Sonja noemt dat discipline: niet streven naar perfectie, maar een keuze maken, er de tijd voor nemen.
Sonja: We maken samen een dans – maar je moet wel je eigen weg gaan. Je eigen waarden beschermen, bij je eigen waarden blijven. Zelfstandig, sendiri.
Nita: In de Javaanse dans leer ik vertragen; dat maakt dat je niks overslaat, dat je meer ziet en voelt. Ik denk snel dat iedereen om me heen het beeld dat ik in mijn hoofd heb, ook ziet. Dat is niet zo.
Sonja: Sendiri heeft met zelfvertrouwen te maken. Het vertrouwen dat je het al doet. Jouw dans ís er al.
